In gesprek met curator Jacki Dodemontová.

Wat is je achtergrond?

Dat is een hele wandel, maar ik pluk er even wat uit. Ik ben al decennia werkzaam in de kunst- en cultuursector. Ooit begon mijn curatorschap in de Effenaar, daarna zette ik met Frens Frijns de kunstzinnige tak van het Shine festival op (Shine Arts). Daarna vervolgde ik mijn weg naar MU te Eindhoven waar ik 6 jaar werkzaam was als hoofd productie van de tentoonstellingen. Weer later werd ik hoofd van de Digitale Werkplaats in Den Bosch, een plek waar kunst en techniek de handen ineen vouwden. Op diverse plekken beheerde en organiseerde ik tentoonstellingen waarvan nu een reeks in de NWE Vorst.

Wat was het moment dat je voor het eerst gegrepen werd door een kunstwerk?
Van huis uit was er geen interesse in kunst, dus mijn fascinatie heb ik later pas ontwikkeld. Ik denk dat ik 16 was en voor het eerst in een modern museum kwam. Een wereld ging voor me open; verrast over wat er is... en kon zijn. Ik werd gegrepen door 'der Saal' van Anselm Kiefer. Een werk dat mij opzoog en overspoelde. Voor mijn gevoel heb ik meer dan één uur voor het doek gezeten totdat een suppoost mij vroeg of het wel goed met me ging.... De meditatie was verstoord, maar ik wist waar ik vanaf dat moment moest zijn om lucht te krijgen, geïnspireerd te raken en troost vinden: moderne kunst.

Je noemde in een eerder interview Anselm Kiefer, Christian Boltanski en Anish Kapoor als je favoriete kunstenaars. Wat spreekt je aan in hun werk?
Iedere kunstenaar brengt mij wat anders.
Christian Boltanski maakt van zwaarte toch ook weer lichtheid. Door het ritme van het werk en door de schoonheid van vorm worden zijn thema's van dood en menselijke schade weer relatief. Zijn thema's zijn over het algemeen zwaar, maar gegrepen door de manier waarop hij ze aankaart, word ik bijna afgeleid van het onderwerp. Zijn werk brengt een soort van 'omdenken' bij me teweeg.
Anselm Kiefer is ook een kunstenaar die niet van lichte thema's houdt, maar gevangen door zijn penceelstreek en de textuur van zijn schilderijen neemt hij me mee van een duistere wereld naar een droomwereld.
Anish Kapoor maakt in wezen van iets kleins letterlijk en figuurlijk iets groots en daar zak ik dan even in weg. Zijn materiaalgebruik doet verwonderen, wil aangeraakt worden en dat mag dan helaas niet. Het verlangen dat dat oproept, doet even pijn, maar wordt verzacht door de schoonheid van wat hij neerzet.
Ik zou pagina's kunnen vullen met kunstenaars die mij fascineren en waarom. Over het algemeen zijn het de kunstenaars die, hoe gepolijst, ruw, spanningsvol of louter mooi hun werk ook is, toch een schurende werking op mij hebben. Ik wil verwonderd worden, aangezet worden tot denken of meegenomen worden door materiaalgebruik of concept. Ik haak af als het concept niet door het werk zelf verteld wordt. Een concept mag licht of sterk zijn, maar voor mij geldt dat het werk wel zelf een autonome zeggingskracht moet hebben. Epistels lezen om iets van de doelstelling te vangen gaat aan mij voorbij. Bovengenoemde heren gaan voor monumentaal. Toch kan ik ook in vervoering geraken door iets kleins. Een mooie pentekening kan mij al even optillen.
Ik zoek het spanningsveld tussen mij en het werk, de ruimte waarin het zich begeeft en hoe alle aanwezige elementen zich tot elkaar verhouden. Misschien is dat dan ook wel de reden waarom ik, bij iedere tentoonstelling die ik organiseer, poog om beeldruis te mijden. Ik wil niet afgeleid worden. Ik wil ook niet dat de bezoeker afgeleid wordt, dus een onbedoelde veeg op de muur mag er niet zijn. Het belang is dat het werk goed tot zijn recht komt en beeldruis afwezig is. Veel mensen zien en of merken dat niet. Ze zien het pas als het er wél is.
Door het streven naar een museale opstelling komt de kijker louter in dialoog met het werk. Als diegene daar natuurlijk behoefte aan heeft. Ieder mens is vrij om zich open te stellen voor een kunstwerk, of niet. Kunst kijken is een persoonlijke intieme beleving waar geen paspoort, diploma of andere reglementen voor nodig zijn. Figuurlijk mag je met kunst fladderen, botsen of liefhebben. Academisch is er veel te zeggen over kwaliteit van kunst, maar de waarde blijft persoonlijk. Ooit zei ik tegen een collega in het culturele veld; Het zou spannend zijn als we voor even kunst niet beoordeelden op artisticiteit, maar alles konden loslaten en kunst ervaren als was het weer de eerste keer; een intiem gesprek tussen een kunstwerk en jou als toeschouwer.
Op vragen als: 'Is dat kunst?' 'Moet ik dat kunst vinden?', is maar één antwoord: Kunst is dat wat de maker en de toeschouwer 'samen' formuleren. Is die dialoog niet voor handen, is het 'even' geen kunst.

Welke rol spelen bovengenoemde factoren in het selecteren van kunstenaars en het samenstellen van exposities?
It is all about the context. Dat voorop gesteld. Een expositie samenstellen is niet een geheel vrije taak; soms ben je budget afhankelijk of is de ruimte heel bepalend. Je kijkt naar het beoogde publiek en zoekt aansluiting tussen maker en kijker.
Geselecteerd werk moet soms een urgentie hebben, mag maatschappij kritisch zijn. Ik hou er persoonlijk wel van als je een tentoonstelling maakt die niet alleen raakt door schoonheid of verwondert, maar ook schuurt. De wereld is niet alleen lief en mooi, dus laten we dat ook niet van kunst verwachten.
Ik zoek graag een balans tussen ongemakkelijk en dan weer esthetisch. Dit gebeurt pas dan als je een reeks kunt neerzetten. Kunst hoeft het publiek niet te pleasen, maar mag het publiek wel bedienen.

Wat vind je hiervan terug in het werk van Marianne Lammersen?
Het werk van Marianne is maatschappijkritisch en spreekt me mede daardoor erg aan. Je kunt ook puur naar haar werk zelf kijken, de vormen, textuur, structuur en het gewoon mooi vinden. Haar werk opent zich op vele wijzen en dat maakt het sterk.
De onderzoeksdrift in haar werk, van materiaal, concept en compositie proef ik door er alleen al naar te kijken. Dat fascineert mij. Marianne was in 2012 in Xiamen, China voor een werkperiode.
Ik zag een heel klein fotootje van ‘Balancing on trembling ground’ in wording en hoopte ooit dit werk lucht en ruimte te kunnen geven onder de vleugels van mijn curatorschap. Ik wist in eerste instantie nog niet wat het concept was en waar ze 'met mij heen wilde' met dit werk, maar ik werd 'hebberig' ;-) door het volgen van haar maakproces en de details die ik, van een afstand, meekreeg.

Door mijn expositiereeks die ik nu in de NWE Vorst heb, ben ik met haar in contact getreden, omdat er nu pas die passende lucht en ruimte voor is. Blij met haar positieve reactie om de samenwerking aan te gaan, kan ik met trots zeggen dat De NWE Vorst een pracht kunstenaar binnenhaalt die, naar ik hoop, haar publiek weet te vangen.

Waarom moet(en) we/het publiek het werk van Marianne Lammersen gaan zien?
Ja, hoe simpel kan ik het stellen, ga kijken, 'proeven', ruiken, alleen zo kom je in dialoog met haar werk.
Voor deze tentoonstelling selecteerde ik alleen een aantal driedimensionale werken van haar hand, die voornamelijk wit zijn van kleur, om een nieuw onderzoek aan te zetten. Hoe verhoudt haar werk zich tot de monumentale gepolijste voorkamer van De NWE Vorst? Gaan het gebroken wit van haar werk en het wit van de ruimte een relatie met elkaar aan? Zoals ik in de uitnodiging schreef: 'Ontstaat er daardoor een pas-de-deux of juist een changement? Oordeel zelf.'
Licht giebelend kwamen we tot de conclusie in het voortraject dat het werk ‘Wie zaait zal oogsten’ toch wel héél groot was of de voorkamer net iets te krap. Dat wordt een gok. Het wordt op zeker onontkombaar. BAM, right into your face!
Dat is er weer leuk aan dat je naast de autonomie van het werk ook weer met je tentoonstelling iets nieuws brengt, iets anders poogt te onderzoeken wat het werk niet had kunnen hebben op een andere locatie. Wellicht is dat ook de reden om te komen. Dit werk zal nooit meer zo in verhouding staan op een andere lokatie.
Daarnaast gaat Marianne volgende week naar Leerdam om glas te blazen voor een nieuw kunstwerk wat zijn debuut (premiere als hebben) vindt in De NWE Vorst.
In lijn met de titel van één van Mariannes werk. 'Wie zaait zal oogsten’. .................Wij zaaien een mooie expositie en het publiek mag oogsten.

Gebroken WIT opent op 4 december om 17.00 uur. Je bent van harte welkom daarbij te zijn.
De expositie is verder te zien van di tm vr tussen 10 en 17 uur en rondom activiteiten in ons pand.

Expo's in de Voorkamer.
Maak kennis met curator
​Jacki Dodemontová.

De expositie Gebroken WIT van
Marianne Lammersen is te zien van
4 tm 18 december.

Sinds september is de voorkamer in ons huis omgedoopt tot exporuimte. Onder curatorschap van Jacki Dodemontová wisselen ­­een zestal tentoonstellingen elkaar af. De afgelopen maanden was AK-47 te zien, waarbij 17 kunstenaars reageerden op het iccoon AK-47.
Vanaf 4 december is het werk te zien van Marianne Lammersen, die zich laat inspireren door de technologische vooruitgang die de mens zelf creëerde, maar waarbij de menselijke maat met enige regelmaat zoek is.

Nieuw dit seizoen:

Lees meer

i

Marianne Lammersen_Balancing on trembling ground