Podium voor literatuur

Tilt zet zich in voor (jonge) schrijvers. Ook De NWE Vorst vindt ­schijnwerpers richten op jong talent belangrijk. Daarom zet Tilt op ons verzoek elke maand literatuur in het licht. Deze maand Glenn Markesteijn.

Glenn Markesteijn
Glenn Markesteijn (1988) schrijft theater, muziek, gedichten en prentenboeken. In zijn teksten wordt geen realiteit nagebootst, want die echte wereld is er al. Vandaar dat Glenn op zoek gaat naar vervreemding en absurditeit.

Met zijn tekst Hart klopt Hard won hij de ITs Ro Theater Award voor het beste toneelstuk van de afstuderende toneelschrijvers 2015.


Hart klopt Hard
Bas (36) heeft kanker en zal sterven. De vraag is alleen wanneer en wat te doen tot die tijd? Bas gaat op zoek naar het nut van zijn leven. Hij gaat op zoek naar een ‘wil’ om zijn laatste periode op aarde door te brengen. Tijdens deze ongelooflijke reis vanuit het ziekenhuisbed dat in zijn woonkamer staat, bespreekt hij zijn problemen niet alleen met zijn vrouw en familie, maar ook met zijn organen en tumor. Een zoektocht naar betekenis en nut met de deadline van de dood.

SCENE    9//WACHTEN                                                                                                                                                                       
De organen liggen bewusteloos op de grond.

TUMOR
Extra extra read all about it.
Man ziet in dat willen geen nut heeft.
Wil het niet snappen.
Zal het nooit snappen.

BAS
Begin een hekel te krijgen aan dat woord.
Willen.
Raar woord.

TUMOR
U wilt niet meer?

BAS
Dit in ieder geval niet.

TUMOR
Weet u.
Ik ben de kwaadste niet.
Stel ik was een hartaanval.
Dan was u al vertrokken, zonder gedag of gedoei.
Uw leven bloeit.

BAS
Als een bloem van het tankstation.
Houdbaar voor een dag of twee.

TUMOR
U bent nog houdbaar.

BAS
Zie ik er houdbaar uit?
Er zitten brokken in mijn melk.
Kijk eens om je heen.
Een houdbaarheid van likmevestje.

TUMOR
Ik geef u tijd voor afscheid en u neemt het niet.

BAS
Ik wil helemaal geen afscheid.

TUMOR
Je wilt teveel.

BAS
Nee.
Ik wil iets niet.
Ben ik al dood?

TUMOR
Geen idee.

BAS
Ben ooit postbode geweest, als bijbaan, op zaterdag.
Moest altijd pas om één uur beginnen, maar uitslapen kon ik niet.
Iedere zaterdag stond ik om half acht naast mijn bed.
Klaarwakker.
Dat zat nou eenmaal in mijn systeem.
Maar wat doet je tot het één uur is.
Wachten tot het één uur is.
Tv kijken en constant de tijd in de gaten houden.
En je wilt niet dat het één uur is, maar toch wacht je er op.
Zo voel ik me, maar dan keer honderd.

TUMOR
Je had de was kunnen doen.
Kunnen gaan joggen.
Jezelf gitaar leren spelen.
De hond uit kunnen laten.
Een boek kunnen lezen over vrijetijdskunde, of in ieder geval een bladzijde of vijftig.
Naar de kapper kunnen gaan.
Je had een cake kunnen bakken.
Een ontbijt kunnen maken voor je vriendin, terwijl zij nog sliep.
Een andere taal kunnen leren.
Een roman kunnen schrijven over een man die niet weet wat hij wil, over een man die er voor kiest om te wachten, maar vervolgens wel gaat zitten zeuren, dat hij steeds aan het wachten is.
Je had kunnen gaan dansen, ook al haat je het, midden op een druk plein, naakt in de regen.
Bewegen.
Niet stil staan.
En dan, als je moe bent.
Niet moe gestreden.
Maar moe bent.
Als in, mijn benen zijn moe van een dag lang, ik noem maar wat, de post bezorgen.
Ze dan verwennen met een voetenbad.
Dan mag je wachten.
Wachten tot je tenen gerimpeld zijn en oud lijken.
Maar dat mogen ze.
Ze zijn moe.

BAS
Ik ben moe.

TUMOR
Maar de post heb je nog niet bezorgd.

BAS
Jij kent de mens niet.
Mij niet.

TUMOR
Ik ben jou.



lees meer...

i

Glenn Markestrijn_ foto Anna van Kooij.