'Over de grens'

De NWE zoekt graag de grenzen op, liefst op alle mogelijke manieren. Maar wat zijn dat dan precies, grenzen? Wat betekenen ze voor een ander? 
Omdat we daar benieuwd naar zijn, vragen we elk­­e 
maand ­iemand om iets te schrijven over het opzoeken van grenzen. 

Zonder echte opdracht, zonder echte restricties 

(behalve dan dat het niet te lang mag zijn).

Totdat het knapt: Over grenzen verleggen
​​​
Mijn moeder schildert mijn nichtje. Het is een spannend portret. Julia is nog net geen achttien jaar. Ze heeft een paars T-shirt aan en buigt iets naar voren. In haar ogen zie je ongeduldig wachten op wat komen gaat. Alhans, dat is wat mijn moeder ziet. Terwijl mijn moeder haar vastlegt, staat Julia op het punt om op te staan. Ze wil weg, ze wil alles anders doen. Grenzen verleggen, oprekken en uitproberen. Totdat het knapt en pijn doet. En dan nog eens. Dat wil ze. Je ziet het aan haar zelfverzekerd geschilderde ogen. Of zie ik vooral mijn moeder?

Mijn moeder is oud en wijs. Ik zie vooral mijn moeder. Het verlangen, de angst, het houvast, de hoop, de bevrijding en uiteindelijk de vertrutting. Steeds maar weer die vertrutting. Oogjes dicht, snaveltjes toe. En dan nog eens. Ze kent de kaart, ze weet het gebied. Ze kent de verleggingen en de overschrijdingen, ze weet de uiterwaarden en het drassige land. Ze heeft geleerd op twee manieren sterk te zijn als ze verdriet heeft. Soms met een gebalde vuist, maar vaker nog met rustig vragende, open handen. En dan nog eens.
Ze schildert mijn nichtje op een oud stuk zeildoek. Schilderlinnen is saai. De boot staat al jaren te rotten op de kant, de mast is gestreken. De zeilstiksels zorgen voor relief en verwarring. Met ferme hand zet ze haar kleinkind neer. Als het af is, neemt ze afstand. Ze twijfelt niet als ze uiteindelijk met haar plamuurmes een gat in de bovenste hoek van het doek priemt. In dit gat steekt ze een oude kleerhanger. Zo wordt het schilderij een kledingstuk. ‘Alsjeblieft. Dan kun je het in de kast hangen, als je er genoeg van hebt.’ Mijn nichtje rolt met haar ogen.
Het is zomer. In Albufeira feest ze wild en vrij tot de zon opkomt. Totdat het pijn doet. Mijn moeder gaat verder. Ze pakt een stuk hout, een plastic zak, twee kussenslopen, wat lege verftubes en neemt afstand. En dan nog eens.

Diederik Stapel leeft. In 2012 publiceerde hij bij Prometheus 'Ontsporing'. In 2014 publiceerde hij samen met AHJ Dautzenberg bij AtlasContact 'De Fictiefabriek: Een bevrijdingsroman in brieven.' Zie verder diederikstapel.com


De eerste in de reeks: ​​Diederik Stapel.

lees meer...

i